6
De voorspelling van popprofessor Tom ter Bogt

Summer of love of terug naar normaal?

Summer of love of terug naar normaal?

De Ontuiking
Woorden door
Beelden door
Thijs Tomassen
Thijs Tomassen
Mitchel Lensink
Mitchel Lensink, fotograaf  uit Amersfoort voor de Ontluiking
Gepubliceerd op 25 februari 2022

Ineens gaat het snel. Na twee jaar coronacrisis zwaaien de poorten naar festival- en clubland open. Op volle kracht stomen we af op een zinderende zomer. Wordt dat een summer of love? En waarom hunkeren we daar zo naar? Wat is de impact van het gemis? We gaan te rade bij de wetenschap. Tom ter Bogt, hoogleraar populaire muziek en jeugdcultuur én voormalig DJ, laat zijn licht schijnen over deze tijd.

Verrukking, verlichting, verlossing! Met de milde omikronvariant in een dominante rol en de nieuwe zorgminister Kuipers aan het roer, viert optimisme hoogtij. En zo kan het zijn dat de man die oogt als een lijkschouwer en ook nog Ernst heet de mogelijk laatste coronapersconferentie opende met de bevrijdende woorden: ‘Het land gaat weer open!’

In mijn huiskamer slaakte ik een jubelkreet. Twee jaar van gemis van uitgaansvertier kwam eruit. Ik stuiterde, danste en had de onweerstaanbare behoefte om Kuipers te knuffelen, want zelfs dát mag vanaf 25 februari weer. Dat hij ook nog zei dat het coronavirus ‘verre van weg is’, ging het ene oor in en het andere uit. Het was een feestdag en dat moest het blijven.

Het nieuws kwam een halve week nadat de al zo lang gesloten nachtclubs en poppodia eindelijk van zich lieten horen. Met De Nacht Staat Op! als strijdleus openden tientallen nachtclubs in het hele land uit protest hun deuren in de nacht van 12 februari. Het kon zo niet langer, de koek was op, de kruimels opgegeten. Hoewel in sommige gevallen eerder afgebroken door optredende gemeenteboa’s, werd het een memorabele manifestatie van naar licht snakkende nachtvlinders.  

Maar zie, hun gebeden zijn verhoord. Niet dat dat een direct causaal verband impliceert. De druk vanuit veel meer geledingen van de samenleving op de overheid nam al langer toe. Nederland was klaar met corona, zoveel was duidelijk, maar is corona ook klaar met ons? Volgens Kuipers en de zijnen zeker niet helemaal, maar wel genoeg om de sloten van het land en daarmee ook van de nachtclubs en festivalweides te halen. Wat al in de lucht hing, gesterkt door ervaringen in andere Europese landen, gebeurde. Met het einde van twee jaar coronamaatregelen ging een golf van opluchting door het land, vooral door de sectoren die zo lang op hun beurt hebben moeten wachten. Nu de blijde boodschap heeft geklonken richten we onze blik massaal voorwaarts. Op naar het licht, en snel een beetje, want we staan op knappen. Een hevig ontluikende ervaring, zullen we maar zeggen.

Volgens Kuipers en de zijnen zeker niet helemaal, maar wel genoeg om de sloten van het land en daarmee ook van de nachtclubs en festivalweides te halen. Wat al in de lucht hing, gesterkt door ervaringen in andere Europese landen, gebeurde. Met het einde van twee jaar coronamaatregelen ging een golf van opluchting door het land, vooral door de sectoren die zo lang op hun beurt hebben moeten wachten.

Nu de blijde boodschap heeft geklonken richten we onze blik massaal voorwaarts. Op naar het licht, en snel een beetje, want we staan op knappen. Een hevig ontluikende ervaring, zullen we maar zeggen.

‘Nu de blijde boodschap heeft geklonken richten we onze blik massaal voorwaarts. Op naar het licht, en snel een beetje, want we staan op knappen

Voorproeven doen we in de cafés en restaurants, maar het echte werk volgt alras. Poppodia, clubs, muziekevenementen en festivals: de organisaties erachter prepareren zich met spoed en speuren naarstig naar troepen om een uitbundig lente- en zomerseizoen te draaien. Ondertussen maken ze de verlangende liefhebbers alvast warm met klinkende line-up’s en razendsnelle ticketverkopen. Echt, het gaat gebeuren!

Meer dan ooit rijst de vraag wat dit met mensen gaat doen; de vraag der vragen die aan de basis staat van dit project. Komt er, zoals vorig jaar al hoopvol rondzong, een nieuwe summer of love? Waarom hunkeren we überhaupt zo naar dagen- en nachtenlang collectief dansen op livemuziek? Wat betekent dat, wat is de waarde daarvan? En wat zijn, als we dat straks met de zon op ons gezicht doen, de naweeën van de afgelopen twee jaar van stilte en onthouding?

We hebben het in het afgelopen half jaar gevraagd aan organisatoren en artiesten, aan strijders op de podia en achter de schermen, aan festivallers en clubbers. Op de grens van wat was en wat komen gaat is het een mooi moment om ons oor te luister te leggen bij een wijsgeer die bevraagt en onderzoekt, die verdiept en nuanceert. Het is tijd voor een wetenschappelijke blik op de Ontluiking.

Als ik tijdens mijn research uitkom bij Tom ter Bogt, hoogleraar populaire muziek en jeugdcultuur aan de Universiteit Utrecht, cultuurpsycholoog én voormalig DJ, zie ik in hem meteen de erudiete man die ons van antwoorden kan voorzien. Ook mijn fotograferende kompaan Mitchel is direct enthousiast, want hij heeft toevalligerwijs als student sociale wetenschappen ooit hoorcolleges van hem gevolgd. ‘Topgozer’, zo luidt zijn onomwonden oordeel.

Alle seinen op groen, want Ter Bogt werkt graag mee. En dus zetten we koers naar de Uithof, waar ook ik als voormalig student Nederlands een geschiedenis heb liggen. Vertrouwd grondgebied, nieuwe perspectieven. Een vraaggesprek met popprofessor Tom ter Bogt. Aftrappen maar!

Meneer Ter Bogt, we hebben u natuurlijk geresearcht, anders zaten we hier niet, maar kunt u zich in een notendop voorstellen aan de lezer?
‘Natuurlijk. Ik ben Tom ter Bogt, heb ooit gestudeerd in Nijmegen en was toen al gefascineerd door jeugdcultuur en muziek. Die twee dingen heb ik gecombineerd. Ik ben tien jaar diskjockey geweest, nog in de tijd voordat je daarmee geld verdiende. Ik ben gestopt in 1989, in de periode dat de house opkwam. Het punt was: ik was de dertig gepasseerd en draaide vooral voor kids. Dat was in The Swing, de grootste club in Nijmegen, er konden 900 mensen in. Ik draaide er de allereerste acidhouse, maar het was gewoon geen housetent. Toen dacht ik: het is goed geweest. Het was leuk, maar dit was het.’

Achter de draaitafels vandaan, de wetenschap in.
‘Inderdaad. De interesse in jeugdcultuur en muziek heb ik altijd gehouden. Ik heb als psycholoog en cultuurpsycholoog een aantal boeken geschreven, tv-series gemaakt en veel gepubliceerd in wetenschappelijke bladen. Sinds 2002 ben ik hoogleraar populaire muziek en jeugdcultuur. Eerst aan de Universiteit van Amsterdam en nu hier, aan de Universiteit Utrecht. Dus in mijn biografie zit een lange lijn van interesse in jeugdcultuur, nachtcultuur, drugs, alcohol en muziek.’

Waar komt die fascinatie vandaan?
‘Ik hoorde als kind van zes The Beatles. Er waren maar twee zenders op de radio en ik dacht: wat is dit? Als jong jochie was ik meteen totaal gefascineerd door die nieuwe muziek. Rock ’n roll was vrij betekenisloos in Nederland, maar in die tijd, rond 1962, kwamen The Beatles, The Rolling Stones en The Kinks op. Met die beatgolf had ik als kind meteen een klik. Ik had het geluk dat ik oudere neven had, die gingen al uit. Via hen kreeg ik connectie met muziek. Mijn ouders vonden dat helemaal niks, die vonden het vreselijke muziek. Maar ik ben ervan blijven houden.’

‘Verder ben ik een talentloze gitarist. Ik ben wel een goede boekenlezer, school ging me makkelijk af, maar met muziek ben ik nooit verder gekomen dan blokfluit en een paar akkoorden gitaar. Dat ik muziek ben gaan draaien kwam door een reis naar de Verenigde Staten. Daar ben ik in 1978 geweest, ik was 22. Dat was in die tijd bijzonderder dan nu. Ik had het geluk dat ik met een vriend mee kon. We kwamen terecht in de gayscene van New York. Ik was niet gay, maar het was een geweldige scene waarin we de hele nacht uitgingen. Die mannen namen me mee naar discotheken, een heel andere discoscene dan hier, met mensen die hele nachten dansten op drugs. Ik vond het ge-wel-dig. Toen heb ik gezegd: als ik terugkom in Nederland, word ik DJ.’

Wat draaide u?
‘Alternatieve muziek, punk, new wave, donkere muziek uit de jaren tachtig. Maar ik draaide ook funk, Afrikaanse muziek en reggae. De combinatie donker en ritmisch dus. Lekker eclectisch. Het enige wat echt niet ging, not a chance at all, was disco. Ik werd gewoon bedreigd als ik dat deed. Dat was juist de muziek die ik had gehoord in Amerika, zoals van Giorgio Moroder en Donna Summer. Ik dacht, nou goed, dan doe ik het anders. Ik werkte weliswaar in de grootste club van Nijmegen, dat had lokaal veel status, maar die scene was gescheiden van die van Amsterdam. Ik kwam weleens in de Mazzo en dacht: ik vind The Swing veel leuker. DJ zijn heb ik altijd ontzettend leuk gevonden, maar het had een natuurlijk einde. Ik dacht: ik ga niet meer draaien voor kinderen, die zijn veel te jong.’

‘In Amerika belandde ik in een heel andere discoscene dan hier, met mensen die hele nachten dansten op drugs. Ik vond het ge-wel-dig. Toen heb ik gezegd: als ik terugkom in Nederland, word ik DJ’

Laten we naar de huidige tijd gaan: hoe heeft u naar de optimistische persconferentie van Kuipers geluisterd?
‘Ik ben heel blij dat de festivals en clubs weer open kunnen. Corona heeft heel leeftijdsspecifieke effecten. Mijn vrouw en ik wonen in Culemborg, met een grote tuin en veel groen om ons huis. Ik ga niet meer uit, dus heb er weinig last van gehad, behalve dat we niet uit eten konden en geen biertje konden drinken in het café, maar dat is geen ramp. Voor mijn zoon, die twintig wordt, was het een heel gekke tijd. Jonge mensen zijn heel flexibel, dus voor hem is het inmiddels een nieuw gewoon. Maar ik moet wel zeggen: toen de clubs even opengingen in september, hahaha, toen heeft hij een week lang in clubs gelopen en was hij daarna een week lang ziek. Pap, dat was toch een beetje te gek, zei hij later. Dus je ziet: voor jonge mensen is het geweldig dat alles opengaat en alles weer kan.’

‘Ik snap ook wel dat als je vijfhonderd mensen in een club zet, die dansen, tegen elkaar aan lopen en ademen, het haarden van besmetting kunnen zijn. Maar dan nog vind ik wel dat die sector onevenredig hard geraakt is. Want je mocht veel andere dingen waarbij je dicht bij elkaar kwam wel en dat helemaal niet. De horeca had echt de impuls: we willen dit goed regelen, maar ze hebben nooit een echte kans gehad te laten zien dat ze het konden. Dus niet alleen voor de jongeren, ook voor het hele circuit, de clubs en de festivals, ben ik heel blij dat het weer kan. Die sector is gewoon twee jaar lang in elkaar gedonderd, terwijl ontzettend veel mensen daarin werken en veel gezinnen er dus afhankelijk van zijn. Nederland is leading in dance, qua dj’s én organisatie, en het is festivalland nummer één. Dat heeft een enorme knal gehad van corona. Dus dat het nu weer open kan, is geweldig.’

Wat is de waarde van festival-, club- en nachtcultuur voor mensen?
‘Daar kan ik twee antwoorden op geven. Het eerste antwoord is het antwoord dat je waarschijnlijk verwacht: prachtig dat het weer opengaat, want het geeft mensen gelegenheid met elkaar feest te vieren, uit te gaan, te flirten, seksuele partners te zoeken en veel lol te hebben. Hartstikke belangrijk. Het andere antwoord: ik vind het buitengewoon fascinerend om te zien hoe flexibel jonge mensen zijn en alternatieven vonden voor wat ’s nachts niet kon. In Utrecht zaten de parken de hele zomer ramvol mensen. Ze hebben alternatieven gevonden om toch met elkaar te kunnen zijn, met elkaar te drinken, lol te hebben en te flirten. Ze hebben zich aangepast aan de omstandigheden. Maar dominant is natuurlijk: hartstikke fijn dat het weer kan, voor mensen die uitgaan en mensen die in de sector werken.’

Maar waarom trekken wij, en met ons vele andere mensen, zo graag naar festivalweides en nachtclubs? Wat doet dat met mensen?
‘Daarin zijn verschillende aspecten te onderscheiden. In eerste instantie is het heel leuk met jonge mensen samen te zijn en feest te vieren. Ook dansen is op zichzelf heel leuk en naar muziek luisteren ook. Op een uitgaansavond kun je die drie combineren, dat is een winnende combinatie. Daar komen psychologische aspecten bij, want in de nacht kunnen bijzondere dingen gebeuren. Uit alle studies blijkt dat mensen die uitgaan relatief veel alcohol en drugs gebruiken. Dat ontremt. Kortom: mensen voelen dat ze makkelijker in hun vel zitten, hebben het leuker met andere mensen, doen dingen die ze anders niet zouden doen.’‘De nacht dus als domein, ver weg van school, ver weg van werk, waar je met je vrienden bent en toch vaak middelen gebruikt die je wat ontremmen, is een prachtige sfeer, een soort vrijplaats waar ook nog eens van alles kan gebeuren. Als psycholoog denk ik: het is gewoon een huwelijksmarkt. Dat is top, ook voor seksuele connecties. Dus het is ook nog eens hartstikke spannend. Niet dat je er elke avond met een vriendje of vriendinnetje vandaan komt, maar het kán gebeuren. Veel mensen worden er verliefd, dat is hartstikke leuk. Dat gaat nu eenmaal wat makkelijker ver weg van school, ver weg van werk, met elkaar, met mooie muziek, met alcohol en drugs.’

De nacht als domein, ver weg van school, ver weg van werk, waar je met je vrienden bent en toch vaak middelen gebruikt die je wat ontremmen, is een prachtige sfeer, een soort vrijplaats waar ook nog eens van alles kan gebeuren

En dansen en livemuziek collectief beleven: hoe belangrijk is dat?
‘Dat geeft niet zomaar een goed gevoel, het kan een extatisch gevoel geven, dat je de beste variant van jezelf bent. Op een andere manier gezegd: dat je jezelf niet meer bent. Je verliest je ego, gaat op in de hele stroom van gewaarwordingen en sensaties en voelt je daarin één met andere mensen en de muziek. Dat is een heel bijzonder gevoel dat je haast alleen van een avond dansen krijgt. Ik moet er wel bij zeggen dat middelengebruik dat gevoel versterkt. Ik denk en heb er als wetenschapper bewijs voor dat in die scene veel gebruikt werd en wordt. De dancescene is nog behoorlijk doordesemd van pillen.’

Er zijn zelfs woorden geboren in deze tijd, zoals knaldrang. Bent u daarmee bekend?
‘Haha, daar heb ik wel van gehoord. En ik kan me het gevoel voorstellen als je weet hoe leuk het is om te dansen in clubs en op festivals, dat je het dan echt gemist hebt. Maar er is ook een generatie, de jongeren die net van de middelbare school komen, die dat hele clubbing nog niet hebben meegemaakt.’

Twee jaar lang hebben we niet met elkaar kunnen feesten en dansen op livemuziek. Wat is de impact van het gemis?
‘Het is geen trauma, laten we wel wezen. Maar de sociale structuur van vooral jonge mensen was disrupted. We hebben er in de wetenschap veel aanwijzingen voor dat jonge mensen meer eenzaam waren in de laatste jaren en dat de stemming van veel jonge mensen slechter was dan daarvoor. Dat komt niet alleen doordat ze niet konden feesten, maar in het geheel van het missen van sociale contacten, past dit er wel bij. Ik denk dat jonge mensen hun vrienden gemist hebben en minder dan daarvoor sociale relaties aangegaan zijn en misschien wel de partner van hun leven gemist hebben.’

‘Je verliest je ego, gaat op in de hele stroom van gewaarwordingen en sensaties en voelt je daarin één met andere mensen en de muziek. Dat is een heel bijzonder gevoel dat je haast alleen van een avond dansen krijgt

Nu we dat eindelijk weer mogen doen: wat gaat dat met ons doen? Voorziet u een uitbundigere beleving dan we normaal zouden ervaren? Komt er, om groter te dromen, een summer of love?
‘Dat is ontzettend moeilijk te voorspellen. Maar ik denk wel dat er een contrastwerking zal zijn. Met name mensen die weten hoe leuk het kan zijn zullen zich er enorm op verheugen dat het weer kan. Ook omdat je nu weet dat het niet vanzelfsprekend is. Ik denk er een heel goede sfeer zal zijn op de eerste grote feesten en festivals, misschien wel beter dan normaal, al is de vijfde keer Lowlands ook leuk, toch?’

Mitchel: wij hebben al eens voorzichtig een parellel getrokken met honderd jaar geleden, toen na de Eerste Wereldoorlog en de toenmalige pandemie de Roaring Twenties aanbraken. Wellicht dat we weer zo’n periode van opleving meemaken?
‘Er kwamen toen een paar dingen bij elkaar: economische voorspoed, vrouwen emancipeerden zich, er was nieuwe dansmuziek. Vooral economische voorspoed draagt bij aan de vorming van jeugdcultuur. Jonge mensen hebben over het algemeen geld zat these days, dus daar zal het niet aan liggen. Maar als je me vraagt of er een orgastische summer of love komt? Ik denk het niet, ik denk dat dat too much is. Ik denk dat het een prachtige zomer wordt en dat al snel alles weer normaal wordt.’

Mensen in de sector, zowel op de podia als achter de schermen, spreken hoopvol over een ontploffing na de afgelopen stilte. Maar dat deelt u dus niet zo?
‘Het punt is: ik ben psycholoog en cultuurpsycholoog, dus ik kijk zowel naar individuele mensen en wat in hen zit als wat ze daarmee met elkaar kunnen doen en samen kunnen vormgeven. Zelfs Woodstock kun je op twee manieren naar kijken. Als een generatie die bij elkaar komt met de gedachte: wij zijn mensen die de toekomst totaal anders willen vormgeven. Dat gaf een fantastisch gevoel van: we zitten helemaal in het brandpunt van de geschiedenis en gaan het gewoon met andere jonge mensen doen, want de rest, de oudere generatie, doet het niet. Dat zijn heel zeldzame verschijnselen in een eeuw, ik denk dat die maar één keer zijn voorgekomen en dat was in de jaren zestig. Begrijp me goed, ik was geen hippie, daar was ik te jong voor, dus hier zit geen babyboomer die zegt: toen was alles beter.

‘Wat ik ook heel interessant vind: de eerste jaren van house, weliswaar gedreven door MDMA. Je had toen voornamelijk in Engeland hetzelfde gevoel: wij jongeren gaan echt een totaal andere cultuur vormgeven. Dat hele gevoel van met elkaar zijn, fantastisch kunnen communiceren met elkaar, lief zijn voor elkaar, was heel belangrijk. Dat kan de komende tijd wel weer gebeuren, dat klopt. Ik vind orgastisch zo’n groot woord, maar een gevoel van bevrijding zou zich kunnen voordoen.’

‘Dat hele gevoel van met elkaar zijn, fantastisch kunnen communiceren met elkaar, lief zijn voor elkaar: dat kan de komende tijd wel weer gebeuren, dat klopt. Ik vind orgastisch zo’n groot woord, maar een gevoel van bevrijding zou zich kunnen voordoen’

Waar verheugt u zich het meest op nu we ons letterlijk en figuurlijk naar het licht bewegen?
‘Dat is age-related, ik ben boven de zestig. Ik ga hartstikke lekker uit eten. De eerste dag dat het weer kon zaten mijn vrouw en ik in een restaurant, de tweede dag ook. Om de lokale horeca te supporten en om te genieten. Dit weekend ga ik weer met een vriend. Dan beginnen we om vijf uur lekker wat te borrelen, gaan we lekker wat eten en omdat we allebei ontzettend hard gewerkt hebben zijn we om half tien ontzettend moe, maar hebben we een hartstikke leuke avond gehad.’

Een uitsmijter: wat zou u de mensen die reikhalzend richting de zomer gaan willen meegeven?
‘Maak ontzettend veel plezier met elkaar, maak er een prachtige zomer van. Geniet, jullie zijn jong en hebben vrije tijd, geld en zijn met elkaar, dus have fun.’

De Ontuiking

Ontluik mee!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang onze prille producties als eerste.

Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.